Jaarstukken 2020
portal

Domeinen

Sociaal domein

Beschrijving doel 1.3.2 We realiseren een krachtige doorgaande leerlijn (tekst uit Begroting 2020)

Het realiseren van een krachtige doorgaande leerlijn is nodig om alle Zwolse kinderen gelijke kansen te geven. De eerste levensjaren zijn van groot belang voor de ontwikkeling van alle kinderen, daarom zetten we ook in op voor- en vroegschoolse educatie (VVE). Op basis van de wetswijzigingen en landelijke ontwikkelingen hebben we ons beleid aangepast dat beschreven staat in het vastgestelde Beleidsplan Voorschoolse Voorzieningen 2018 – 2021. Gezamenlijk zetten we in op een soepele overgang tussen voorschool en school om een doorgaande leerlijn te verstevigen. We hebben hierbij ook aandacht voor de samenwerking tussen alle partners op het terrein van VVE. We hebben een brede peuteropvang in Zwolle: voorschoolse voorzieningen kunnen gesubsidieerde peuteropvang bieden.

Wederzijdse betrokkenheid tussen ouders, onderwijs en voorschool is van belang voor de positieve ontwikkeling van kinderen. Zij werken samen vanuit een gedeelde verantwoordelijkheid aan de ontwikkeling van een kind. Op deze manier kunnen talenten tot bloei komen vanuit het uitgangspunt dat ieder kind een talent heeft dat we willen aanspreken en stimuleren. Samen met scholen willen we blijven voorkomen dat leerlingen uitvallen en/of door schooluitval geen startkwalificatie voor de arbeidsmarkt behalen. Op deze manier start men met een achterstand die door het inzetten van een krachtige doorgaande leerlijn te voorkomen is. We willen dat kinderen goed mee kunnen komen in het onderwijs om zo goed voorbereid deel te nemen aan de arbeidsmarkt.

Toelichting op realisatie doel

In 2020 hebben we verder ingezet op de doorontwikkeling van voor- en vroegschoolse educatie (vve) als onderdeel van de herijking van het onderwijsachterstandenbeleid.

Criteria (tekst uit begroting 2020)

We realiseren een krachtige doorgaande leerlijn, zodanig dat:

  • Het voor- en vroegschoolse educatie aanbod breed toegankelijk is.
  • Er een toename is van de tevredenheid over peuteropvang.
  • Uitval in het onderwijs geminimaliseerd wordt.

Kaderstellende nota('s)

Portefeuillehouder(s)

Michiel van Willigen

Activiteiten (tekst uit Begroting 2020)

  • We hebben een breed toegankelijke (gesubsidieerde) peuteropvang en voor- en vroegschoolse educatie aanbod.
  • We werken samen met onze partners aan de doorontwikkeling van voor- en vroegschoolse educatie aanbod op kwaliteit, overdracht van voorschool naar school en ouderbetrokkenheid.
  • We bieden preventieve activiteiten aan voor kinderen en hun ouders die moeite hebben met taal en sociale vaardigheden door middel van diverse subsidies. Samen met het onderwijs en Stadkamer bekijken we welke activiteiten in de toekomst het best passend zijn.
  • We geven uitvoering aan de maatregelen om voortijdig schoolverlaten te voorkomen, conform het meerjarenbeleidsplan Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten.
  • We participeren in initiatieven uit de stad en van de partners die helpen onze ambities en doelen te realiseren, waaronder deelname aan Centra voor Innovatief Vakmanschap en 100 talentenplan.
  • We ondersteunen ouders en leerlingen in geval van vervoersproblemen van en naar school. We streven hierbij naar herstel of vergroting van de zelfstandigheid in het vervoer. We gebruiken het leerlingenvervoer tevens voor jeugdproblematiek.
  • We zetten een kinderindex op en implementeren deze.

Toelichting realisatie activiteiten

We hebben een start gemaakt met het komen tot nieuwe resultaatafspraken van vve en wat ervoor nodig is om deze resultaten te behalen. Preventieve activiteiten worden meegenomen in de herijking. Zo is gestart met het bekijken van hoe de subsidies aan Stadkamer nog beter kunnen bijdragen aan het voorkomen en bestrijden van onderwijsachterstanden. Deze ontwikkelingen gaan leiden tot herziende subsidieregelingen voor vanaf subsidiejaar 2022.

In de afgelopen 4 jaar is uitvoering gegeven aan het Meerjarenbeleidsplan 2016-2020. In 2021 wordt een nieuw Meerjarenbeleidsplan 2021-2024 opgesteld. In dit beleidsplan beschrijven we als elf samenwerkende gemeenten in RMC-regio IJssel-Vecht onze gezamenlijke visie en ambitie ten
aanzien van de wettelijke taken en de regionale opgave. We laten zien hoe we de komende vier jaar aan de slag gaan met de uitdagingen en opdrachten die er liggen. Naast dit Meerjarenbeleidsplan wordt de regionale Vervolgaanpak VSV ingericht, een gezamenlijke verantwoordelijkheid van contactschool Deltion en contactgemeente Zwolle. Hierin wordt nauw samengewerkt met ketenpartners uit onderwijs, arbeidsmarkt en zorg. Contactgemeente Zwolle is budgethouder van deze middelen, heeft hierin namens de regiogemeenten de trekkersrol en draagt zorg voor bestuurlijke besluitvorming en inhoudelijke afstemming met de regiogemeenten en onderwijs.

Wat betreft het leerlingenvervoer kenmerkte 2020 zich vooral door de maatregelen rondom corona. Regelmatig zaten scholen dicht of waren ze slechts gedeeltelijk open. Dit was een enorme belasting voor het leerlingenvervoer. Ook de vervoerder beleeft zware tijden. Het doelgroepenvervoer kent forse omzetdaling en de opdrachtnemer heeft dan ook gevraagd om ondersteuning. Het Rijk en de VNG ondersteunen die vraag cq roepen op tot ondersteuning van vervoerders.

Bij het opzetten van een kinderindex lopen we aan tegen verandering in (landelijk) beschikbare data en de kosten daarvan om ervan gebruik te maken. Dat betekent dat nu bekeken wordt in hoeverre de beoogde kinderindex nog een mogelijk passend middel is. Er wordt onderzocht hoe het verzamelen van en werken met data ons kan ondersteunen concreter aan onze doelen te werken.

Financieel overzicht doel

In onderstaand overzicht wordt op doelniveau de volgende informatie gepresenteerd:

  • De totaalbedragen die door de raad beschikbaar zijn gesteld voor 2020, opgedeeld naar:
    • Vastgestelde begroting 
    • Begrote kredieten die in 2020 via exploitatie worden verantwoord
    • Vastgestelde begrotingswijzigingen
  • De jaarrekeningcijfers
  • Het voordelige (+) of nadelige (-) resultaat ten opzichte van de begrote bedragen

Baten en lasten

Lasten

Baten

Toevoeging aan reserves

Onttrekking aan reserves

Saldo

Vastgestelde begroting

6.290.726

3.313.799

0

0

+ mutaties projecten

0

0

0

0

+ begrotingswijzigingen

103.064

166.827

0

32.840

Begroting t/m december

6.393.790

3.480.626

0

32.840

- Jaarrekening

6.487.764

3.561.257

44.235

3.740

Gerealiseerd resultaat Doel 1.3.2

-93.974

80.631

-44.235

-29.100

Saldo

-86.678

Financiële toelichting activiteiten (verschillenanalyse)

De lasten laten een nadelig saldo zien van € 93.974 en de baten een voordelig saldo van € 80.631. Omdat er € 44.235 meer is toegevoegd aan de reserves en € 29.100 minder is onttrokken uit de reserves wordt uiteindelijk een nadelig resultaat gerealiseerd van € 86.678.

De afwijkingen kunnen als volgt worden verklaard:

  • Lagere kosten Onderwijsachterstandenbeleid van € 200.000 door lagere verstrekte subsidies. Hier tegenover staan eveneens lagere baten van € 200.000 door een lagere verrekening met de geoormerkte rijksbijdrage. Het huidige tijdvak van de rijksregeling Onderwijsachterstandenbeleid loopt t/m 2022. Vanaf 2023 volgt een nieuw vierjarig tijdvak met bijbehorende bedragen. De helft van de rijksbijdrage in 2022 mag meegenomen worden naar 2023.
  • De kosten voor Peuterwerk zijn € 41.000 lager, voornamelijk vanwege nog lopende verplichtingen. Hierdoor is er € 29.100 minder onttrokken aan de reserve nutvw-sociaal dan de begroot. Deze werkzaamheden worden in 2021 uitgevoerd.
  • Lagere lasten Leerplicht RMC van € 44.235. Bij Berap 2020-2 was € 50.000 budget beschikbaar gesteld voor capaciteit ten behoeve van de werklast van het team Leerplicht RMC. Hiervan is afgerond € 44.235 nog niet besteed. Dit bedrag is toegevoegd aan de reserve nutvw-sociaal voor besteding in 2021, waardoor de toevoeging aan de reserves hoger is.  
  • Hogere lasten Regionale aanpak VSV van € 273.000, waar tegenover eveneens hogere baten staan ban € 273.000 door een hogere verrekening met de rijksbijdrage.
  • Hogere lasten Leerlingenvervoer van € 109.000. Bij het najaarsmoment zijn er extra middelen toegekend voor 2020 en 2021. Voor 2020 is een lager bedrag toegekend ivm de coronacrisis. In de eerste lockdown is er 80% doorbetaald en voor de overige maanden heeft het leerlingenvervoer volledig doorgang gevonden en was er vanwege corona een toename in het aantal aangepaste ritten. Daarnaast is er ook in 2020 een toename in de aantallen leerlingen dat gebruik maakt van aangepast vervoer. De kosten zijn daarmee al nagenoeg op het verwachte niveau van 2021.
  • Daarnaast zijn er voor een bedrag van € 11.000 hogere eigen bijdragen leerlingenvervoer ontvangen. Deze inkomensafhankelijke eigen bijdragen worden in bepaalde gevallen ontvangen als de afstand naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs meer dan 20 kilometer bedraagt. Deze inkomsten zijn niet opgenomen in de begroting.
Deze pagina is gebouwd op 05/31/2021 10:57:43 met de export van 05/31/2021 10:07:43