Jaarstukken 2020
portal

Domeinen

Sociaal domein

Beschrijving doel 2.1.3 (maatwerk)Voorzieningen Wmo (tekst uit Begroting 2020)

Veel inwoners van Zwolle zijn in staat actief maatschappelijk te participeren en wonen zelfstandig, ook als zij ouder worden. Een gezonde leefstijl, actieve deelname aan de samenleving en een sterk sociaal netwerk zijn daarin bevorderend (programma 1. Samenleving). Daar waar het bij inwoners beperkt mogelijk is of wordt om actief te participeren en zelfredzaam te zijn in de eigen leefomgeving, ondersteunen we inwoners met voorzieningen in het kader van de Wmo. De inzet van (maatwerk)ondersteuning vindt plaats in aanvulling op de eigen kracht, de kracht van het sociaal netwerk en de inzet van voorliggende voorzieningen en sluit aan op de persoonlijke situatie en behoefte (samenkracht).

We bieden ondersteuning aan mensen om langer zelfstandig thuis te blijven wonen. Deze ondersteuning kan via begeleiding in de thuissituatie, rolstoelen, woonvoorzieningen en vervoersvoorzieningen.

Wij hebben in 2019 als gevolg van het invoeren van het abonnementstarief Wmo een toename gezien van het beroep op maatwerkvoorzieningen Wmo. Wij verwachten dat in 2020 deze toename als gevolg van het abonnementstarief verder zal toenemen.

In 2019 is de nieuwe aanbesteding hulpmiddelen geïmplementeerd. Er zijn twee leveranciers nu de Wmo-hulpmiddelen in Zwolle leveren. De implementatie is goed verlopen.
We zien dat er in de afgelopen periode een toename plaatsvindt van het aantal rolstoelen, woon- en vervoersvoorzieningen. Mede gezien de toename van het aantal mensen dat langer zelfstandig thuis woont en de invoering van het abonnementstarief in de Wmo verwachten wij ook in 2020 een toename van deze verstrekkingen. Als onderdeel van de Begroting 2020 wordt ter uitvoering van dit doel voorgesteld om in te stemmen met bestedingsvoorstel 3 (Wmo-verstrekkingen). Wij bekijken in 2019 of de verstrekkingen in Zwolle vergelijkbaar zijn met andere steden. Op basis daarvan moet een besluit worden genomen of er mogelijkheden zijn om beleid of uitvoering zo te wijzigen dat er bespaard wordt. Hierover zal in de PPN besluitvorming plaatsvinden.

Daarnaast onderzoeken we de komende maanden welke voordelen bij de aanbesteding te behalen zijn, naast het terug gaan van twee naar één aanbieders. Er moet op basis hiervan een besluit worden genomen over de invulling van de € 0,9 miljoen besparing die in de Perspectiefnota 2020 - 2023 is vastgelegd. Bij dit alles geldt dat besparingen op Wmo-voorzieningen gevolgen kunnen hebben voor het niveau van de voorzieningen en / of service.

De volgende maatregelen zijn in een beleidsregel opgenomen en worden inmiddels toegepast. Deze maatregelen zullen in 2020 de besparing van € 200.000 moeten opleveren en in 2021 de besparing van € 300.000:

  • Scherper indiceren rolstoelen.
  • Vaker primaat van verhuizing toepassen.
  • Meer algemeen gebruikelijk verklaren.

Om de overige € 600.000 te kunnen realiseren is een nieuwe aanbesteding noodzakelijk. Gezien de ervaringen met de huidige contracten en de grote maatschappelijke gevolgen van een aanbesteding op prijs en met één aanbieder en de hoge interne kosten voor een aanbesteding is het voorstel deze bezuiniging pas op zijn vroegst in 2023 te realiseren. Het huidige contract kan dan in ieder geval vier jaar van kracht blijven.

In 2019 heeft verdere implementatie plaatsgevonden van integrale thuisondersteuning. Ook hebben wij in 2019 met alle aanbieders thuisondersteuning in de contractgesprekken afspraken gemaakt over de gewenste beweging naar het voorliggend veld. Wij zien de eerste resultaten hiervan terug. Wij zullen in 2020 deze ontwikkeling verder doorzetten waarbij we expliciet aandacht hebben voor het activeren en daardoor participeren van inwoners met een ondersteuningsvraag. Als onderdeel van de Begroting 2020 wordt ter uitvoering van dit doel voorgesteld om in te stemmen met bestedingsvoorstel 4 Wmo thuisondersteuning. Op grond van de Algemene maatregel van bestuur (AMvB) reële kostprijzen Wmo dienstverlening zijn gemeenten en aanbieders gehouden een reële kostprijs te berekenen. In 2019 hebben wij in gesprek met de aanbieders afspraken gemaakt over passende tarieven Thuisondersteuning voor 2020 waarin ook verdere cao-ontwikkelingen zijn meegenomen. Mede als gevolg van de krapte op de arbeidsmarkt zien wij dat binnen de verschillende van toepassing zijnde CAO's afspraken worden gemaakt die ook de komende jaren mogelijk kunnen leiden tot hogere tarieven thuisondersteuning.

Als gevolg van het streven dat inwoners zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen en dat daar waar inwoners verblijven in beschermde woonvormen, waar mogelijk, doorstromen naar zelfstandig wonen, verwachten wij de komende jaren een verschuiving van beschermd wonen naar thuisondersteuning. Deze verschuiving draagt bij aan de gewenste beweging van zwaardere naar lichtere vormen van ondersteuning.

Daarnaast wordt ook vanuit de Zorgverzekeringswet ondersteuning geboden aan mensen die thuis wonen, zoals bijvoorbeeld persoonlijke verzorging. In de praktijk blijkt dat de vraag van inwoners naar ondersteuning divers is, niet altijd onder te brengen in de verschillende vakjes en leidt tot grensdiscussies binnen en tussen de wetten. Er is behoefte aan afstemming tussen de Wmo en de zorgverzekeringswet. Samen met gemeenten in de regio zoeken wij hierover de samenwerking met Zilveren Kruis.

Toelichting op realisatie doel

In 2020 is Corona een grote invloed geweest. Aan het begin van de coronacrisis hebben we snel geschakeld met de aanbieders thuisondersteuning om te kijken op welke wijze we de ondersteuning voor onze inwoners zo veel mogelijk kunnen continueren. Dat betekent dat we met de aanbieders hebben afgesproken dat ondersteuning op een alternatieve manier kan worden ingezet. Daarnaast is afgesproken dat aanbieders altijd in contact blijven met hun cliënten. Tijdens de eerste lockdown zagen we dat er cliënten waren die op eigen verzoek de ondersteuning tijdelijk hadden stopgezet. Het ging dan met name om de doelgroep ouderen. Soms is deze ondersteuning op een alternatieve manier ingezet bijvoorbeeld door het doen van boodschappen. Ook heeft het eigen netwerk vaak extra ondersteuning geboden. Deze groep heeft halverwege het jaar de ondersteuning weer opgepakt. Met name de tweede helft van 2020, zien we dat aanbieders te maken hebben met meer ziekteverzuim van medewerkers waardoor het moeilijker is om alle ondersteuning te continueren. In overleg met cliënten wordt naar een oplossing gezocht. De contractmanager houdt nauwe contacten met de aanbieders en is beschikbaar voor vragen. De financiering van aanbieders op basis van resultaatfinanciering is regulier doorgegaan.
Voor de hulpmiddelen geldt dat het verstrekken, repareren en onderhoud van hulpmiddelen in 2020 is gecontinueerd. We zien wel dat er mede als gevolg van  Corona er minder aanvragen bij het SWT zijn binnengekomen voor hulpmiddelen. Naast een afname van het aantal aanvragen als gevolg van  Corona, zijn er ook minder hulpmiddelen verstrekt omdat per 1-1-2020 hulpmiddelen (zoals een rolstoel en een scootmobiel) voor alle cliënten in een Wlz-instelling worden verstrekt vanuit de Wlz en niet meer vanuit de Wmo.

In 2019 is onderzoek gedaan naar de wijze waarop Zwolle hulpmiddelen verstrekt en is een benchmark met Amersfoort en Almere gedaan. Daarnaast zijn er in 2019 en 2020 panelgesprekken geweest met gebruikers van Wmo hulpmiddelen. Uit deze panelgesprekken bleek dat de dienstverlening in het nieuwe contract (vanaf 1 januari 2019) erg is verbeterd. Om de besparing op de hulpmiddelen te realiseren, was één van de maatregelen het contracteren van één partij tegen een lager (en goedkoper) kwaliteitsniveau. De prijzen voor hulpmiddelen zijn sinds 2019 echter zo gestegen dat als we deze maatregel uitvoeren we waarschijnlijk minimaal even duur uit zijn. Om deze reden is in 2020 besloten om het huidige contract met twee aanbieders te verlengen tegen het huidige kwaliteitsniveau en de huidige prijzen.

In 2020 is de samenwerkingsagenda tussen de 8 IJssel Vecht gemeenten en Zilveren Kruis vastgesteld. Met deze samenwerkingsagenda bevorderen we de samenwerking op de snijvlakken van het medisch en sociaal domein en stemmen we af met de zorgverzekeraar ook als het gaat om grensvlakken tussen Wmo en zorgverzekering.

Criteria (tekst uit begroting 2020)

In aansluiting op het voorliggende veld bieden we indien nodig (maatwerk)voorzieningen Wmo, zodanig dat:

  • Maatwerkvoorzieningen worden ingezet in aanvulling op andere voorliggende voorzieningen.
  • Waar mogelijk de ondersteuning die nu in maatwerkvoorzieningen wordt ingezet, ook in andere collectieve vormen van ondersteuning ingezet kan worden.
  • Maatwerkvoorzieningen zo integraal mogelijk worden ingezet.
  • Maatwerkvoorzieningen worden ingezet in samenhang met voorzieningen uit de zorgverzekeringswet zoals wijkverpleging.
  • Als een maatwerkvoorziening noodzakelijk is, de inwoner naast Zorg in Natura een keuzemogelijkheid heeft voor een Pgb.

Kaderstellende nota('s)

Niet van toepassing

Portefeuillehouder(s)

Dorrit de Jong

Activiteiten (tekst uit Begroting 2020)

  • In 2020 vindt uitvoering plaats van het contract thuisondersteuning.
    • In het kader van het contractmanagement voeren wij minimaal tweemaal per jaar voortgangsoverleggen met aanbieders
    • Er is een overlegtafel met aanbieders, Participatieraad, gemeente / Sociaal Wijkteam waar wij de beweging van zwaardere naar lichtere vormen van ondersteuning stimuleren.
    • Er zijn werkgroepen actief op de thema's kwaliteit, doorontwikkeling model thuisondersteuning en de monitoring en administratie / implementatie.
    • Wij voeren in 2020 een project uit waarin aanbieders thuisondersteuning zich richten op het activeren van cliënten in samenspel met het voorliggende veld: van individuele vormen van ondersteuning naar collectieve vormen.
  • Wij monitoren of de tarieven thuisondersteuning passend zijn binnen de AmvB Reële prijzen Wmo en ook passend t.a.v. de daadwerkelijk geleverde ondersteuning. In 2020 worden de tarieven voor 2021 vastgesteld.
  • Wij bevorderen dat inwoners langer zelfstandig thuis kunnen blijven wonen en minder snel hoeven in te stromen in begeleid wonen danwel dat inwoners weer sneller thuis kunnen gaan wonen vanuit beschermd wonen. Wij maken afspraken op regionaal niveau over de noodzakelijke aansluiting van beschermd wonen op de lokale ondersteuningsstructuur.
  • In 2020 moet besluitvorming plaatsvinden over verlenging van het contract hulpmiddelen met de huidige twee leveranciers. In 2019 zijn wij met gebruikers in gesprek gegaan om ervaringen met de twee gecontracteerde leveranciers in beeld te brengen. Dit doen we in 2020 weer.
  • De implementatie van het nieuwe doelgroepenvervoer in Zwolle is goed verlopen. Eind 2018 ontstond er druk binnen het leerlingenvervoer die uitstraling had op het Wmo vervoer. Hiervoor is in samenspraak met de Participatieraad, de hoofdcontractant en de vervoerder een oplossing gezocht. De situatie heeft zich in 2019 inmiddels verbeterd. We verwachten voor 2020 een stap voorwaarts te kunnen maken op het terrein van duurzaamheid. Een deel van het wagenpark wordt dan elektrisch.

Uitvoeren toezicht Wmo

  • Reactief toezicht: Het op- en aanpakken van (regionale) signalen omtrent de kwaliteit verloopt steeds beter. Dit leidt tot meerdere recht- en doelmatige onderzoeken waarmee de kwaliteit van de ondersteuning en ons stelsel wordt gewaarborgd. Deze rapporten zullen gepubliceerd gaan worden (motie699 of M16-2). Waar nodig worden passende maatregelen getroffen.
  • Preventief toezicht: preventief toezicht richt zich vooral op de pgb's. Op basis van risico indicatoren wordt beoordeeld waar preventief toezicht efficiënt en effectief is.
  • Actie agenda: Er wordt gewerkt aan een overzicht van alle instrumenten die gebruikt kunnen worden bij de toezichthoudende functie, om op basis daarvan te komen tot het stapsgewijs werken aan het efficiënter en effectiever toezien. Hierbij wordt de verbinding gelegd met het programma ondermijning.

Monitoring resultaten Wmo ondersteuning

  • In 2018 is er een pilot geweest met het monitoringsinstrument de Menselijke Maat. In 2020 wordt een vervolg gegeven aan deze pilot binnen thuisondersteuning. Deze monitor maakt inzichtelijk in hoeverre de ondersteuning bijdraagt aan de autonomie, competenties en verbondenheid van inwoners.
  • Uitvoeren cliëntervaringsonderzoek 2020

Toelichting realisatie activiteiten

  • In 2020 heeft uitvoering plaatsgevonden van het contract thuisondersteuning:
    • In het kader van contractmanagement hebben wij met de aanbieders jaarlijke contractgesprekken gevoerd.
    • Er heeft een (digitale) overlegtafel met aanbieders, Participatieraad, gemeente / Sociaal Wijkteam plaatsgevonden en de werkgroepen zijn actief geweest.
    • Wij zijn in 2020 gestart met een project waarin aanbieders thuisondersteuning zich richten op het activeren van cliënten in samenspel met het voorliggende veld. Er zijn twee groepen, één met 5 en één groep met 4 aanbieders die hierin met elkaar samenwerken. Als gevolg van Corona was het in het afgelopen jaar ingewikkeld om voldoende cliënten te kunnen laten participeren waardoor het project een langere doorlooptijd kent.
    • Er heeft een evaluatie plaatsgevonden van de werkwijze thuisondersteuning.
  • Wij hebben de tarieven thuisondersteuning geïndexeerd zodat zij passend zijn binnen de AmvB.
  • Wij zorgen voor afstemming tussen het regionale beschermd wonen/maatschappelijke opvang en de lokale ondersteuningsstructuur ten behoeve van de beweging van beschermd wonen naar beschermd thuis waaronder afspraken over 24 uurs bereikbaarheid en nieuwe woon/zorg vormen.
  • Wij hebben besloten het contract hulpmiddelen met de huidige twee leveranciers te verlengen. In 2019 zijn wij met gebruikers in gesprek gegaan via een clientpanelgesprek om ervaringen met de twee gecontracteerde leveranciers in beeld te brengen. Voor het jaar 2020 is dit weer gebeurd. De resultaten zijn overwegend goed te noemen. Men beleeft de diensten van de aanbieders als professioneel: zowel bij adviseurs als bij monteurs. Ook de bejegening aan de telefoon is overwegend positief. Op het gebied van communicatie ervaart men voldoende service, maar hier zouden beiden leveranciers nog slagen in kunnen maken. De leveranciers zijn gevraagd om met een verbeterplan te komen naar aanleiding van de aanbevelingen in de rapportage.
  • Doelgroepenvervoer: Het jaar 2020 wordt gekenmerkt door corona. De bedrijven in het personenvervoer hebben hieronder zwaar te lijden. De gemeente Zwolle heeft op basis van adviezen van het Rijk en de VNG steun verleend aan onze uitvoerder van het doelgroepenvervoer. Het is moeilijk te overzien hoe het vervoer in 2021 zal gaan verlopen maar ook welke permanente gevolgen er zullen zijn voor met name het Wmo-vervoer.
  • Uitvoeren toezicht Wmo:
    • Reactief toezicht: De kwaliteitsrapporten worden gepubliceerd. Daarnaast zijn de toezichthouders rechtmatigheid ook gemandateerd voor toezicht op Jeugdhulp. Door corona heeft het toezicht deels nog niet of op een andere manier plaats gevonden.
    • Preventief toezicht: Er wordt op dit moment onderzocht of preventief/ proactief toezicht op kwaliteit en rechtmatigheid mogelijk is. Hiervoor is afstemming met de regio’s noodzakelijk.
    • Actie agenda: Tot medio 2023 wordt het project Integrale Handhaving sociaal domein uitgevoerd. Inmiddels is hiervoor het projectplan opgesteld met beschrijving van fasen, deelproducten en planning.
  • Monitoring resultaten Wmo ondersteuning: In 2020 is een vervolg gegeven aan de pilot met het monitoringsinstrument de Menselijke Maat binnen thuisondersteuning. Deze keer hebben achtorganisaties hieraan deelgenomen. Als gevolg van Corona is de uitvoering van het onderzoek vertraagd. De resultaten zullen in 2021 beschikbaar komen.
  • Het cliëntervaringsonderzoek over het jaar 2019 is in 2020 afgerond. In samenhang met het cliëntervaringsonderzoek voor Jeugdhulp zijn het College en de Raad over de uitkomsten van beide onderzoeken geïnformeerd en is op een gebruiksvriendelijke manier hierover op de website gepubliceerd.

Financieel overzicht doel

In onderstaand overzicht wordt op doelniveau de volgende informatie gepresenteerd:

  • De totaalbedragen die door de raad beschikbaar zijn gesteld voor 2020, opgedeeld naar:
    • Vastgestelde begroting 
    • Begrote kredieten die in 2020 via exploitatie worden verantwoord
    • Vastgestelde begrotingswijzigingen
  • De jaarrekeningcijfers
  • Het voordelige (+) of nadelige (-) resultaat ten opzichte van de begrote bedragen

Baten en lasten

Lasten

Baten

Toevoeging aan reserves

Onttrekking aan reserves

Saldo

Vastgestelde begroting

33.300.615

1.058.635

0

0

+ mutaties projecten

0

0

0

0

+ begrotingswijzigingen

-756.454

-46.542

0

303.695

Begroting t/m december

32.544.161

1.012.093

0

303.695

- Jaarrekening

31.315.963

1.365.088

0

28.897

Gerealiseerd resultaat Doel 2.1.3

1.228.198

352.995

0

-274.798

Saldo

1.306.395

Financiële toelichting activiteiten (verschillenanalyse)

De lasten en de baten laten een voordelig saldo zien van € 1.228.198 en 352.995. Omdat er € 274.798 minder is onttrokken uit de reserves wordt uiteindelijk een voordelig resultaat gerealiseerd van € 1.306.395.

Het voordelig resultaat op de lasten wordt gerealiseerd door:

  • Een voordelig resultaat op Wmo hulpmiddelen en taxivervoer van € 777.000. Bij Berap 2020-2 is een voordeel gemeld op basis van de uitgaven van het eerste half jaar waardoor er € 685.000 is vrijgevallen. Deze aframing was voorzichtig. Uitgaven binnen Wmo hulpmiddelen en taxivervoer blijven lastig voorspelbaar en kunnen fluctueren. De onderschrijding op dit onderdeel is in de jaarrekening ten opzichte van de bijgestelde begroting nog eens € 777.000. Wat betreft de woonvoorzieningen zijn eenvoudige woonvoorzieningen meer algemeen gebruikelijk gemaakt. Daarnaast wordt het primaat van verhuizen meer toegepast dan voorheen zodat minder woningen hoeven te worden aangepast. We zien dat er mede als gevolg van  Corona minder aanvragen bij het SWT zijn binnengekomen voor hulpmiddelen. Naast een afname van het aantal aanvragen als gevolg van  Corona, zijn er ook minder hulpmiddelen verstrekt omdat per 1-1-2020 hulpmiddelen (zoals een (elektrische) rolstoel en een scootmobiel) voor alle cliënten in een Wlz-instelling worden verstrekt vanuit de Wlz en niet meer vanuit de Wmo. In relatie tot deze lagere uitgaven zijn ook lagere inkomsten ontvangen van € 15.000.
  • Een nadelig resultaat op thuisondersteuning van € 228.000. Bij Berap 2020-1 is hierop een besparing ingeboekt van € 375.000. Uiteindelijk is in de jaarrekening ten opzichte van de bijgestelde  begroting € 228.000  meer uitgegeven. Thuisondersteuning is  een open einde regeling en kan fluctueren in de tijd. Bovendien is hierbij ook de garantieregeling in verband met Corona van invloed geweest.

Tegenover dit nadelig resultaat staat een voordelig resultaat op doel 10.1.1. In 2020 was voor  het laatste jaar een achtervang voor risico en egalisatie van nadelen op thuisondersteuning beschikbaar vanuit de reserve nutvw-sociaal. Gezien het verwachte voordelig resultaat is dit bedrag van € 177.945 vanuit de reserve vrijgevallen ten gunste van de algemene middelen op programma 10. De reserve onttrekking op dit doel is daardoor € 177.945 lager.  

  • Een voordelig resultaat dagbesteding van € 585.000. Bij Berap 2020-2 is voorzichtigheidshalve € 175.000 afgeraamd. Naar nu blijkt heeft de corona-pandemie voor veel minder uitgaven gezorgd met betrekking tot dagbesteding. De eerste twee kwartalen is er een garantieregeling voor aanbieders geweest met betrekking tot de ondersteuning die zij niet konden leveren. In het tweede half jaar is er minder ondersteuning geleverd dan gebruikelijk, maar was de garantieregeling niet meer van kracht. Daarnaast past de dalende trend van de uitgaven bij de beweging die we maken naar de sociale basis vanuit de Hervormingsagenda. Het voordeel ten opzichte van de aangepaste begroting bedraagt € 585.000.
  • Op de incidentele budgetten voor WMO innovatieve projecten en WMO Monitoring is een lager beroep gedaan van € 75.750 en € 21.103. Deze uitgaven schuiven door naar 2021. Hierdoor is er eveneens € 96.853 minder onttrokken uit de reserve nutvw-sociaal.
  • Daarnaast zijn de lasten op regionale samenwerking € 39.000 lager. In relatie tot deze lagere uitgaven zijn ook lagere bijdragen ontvangen vanuit de regio van € 32.000.
  • Daarnaast zijn er diverse kleinere afwijkingen met een nadelig saldo van € 42.000, dat niet verder worden toegelicht.

Het voordelig resultaat op de baten wordt gerealiseerd door:

  • Een voordelig resultaat op de eigen bijdrage via CAK van € 400.000. Bij Berap-2 is nog een nadeel geraamd van € 200.000 in verband met het niet innen van de eigen bijdrage voor de maanden april en mei in verband met corona. Ten opzichte van de gewijzigde begroting blijken de uiteindelijke opbrengsten vanuit het CAK een voordeel op te leveren van afgerond € 400.000, onder meer als gevolg van de aanzuigende werking van het abonnementstarief.
  • Daarnaast zijn, zoals hierboven aangegeven, lagere bijdragen van € 15.000 en € 32.000 ontvangen.
Deze pagina is gebouwd op 05/31/2021 10:57:43 met de export van 05/31/2021 10:07:43